Op het spirituele pad van Innerlijk sjamanisme leerde ik mijn totemdieren kennen. Totemdieren vertegenwoordigen intuïtief weten van de aarde, op een totaal vanzelfsprekend praktiserende manier. Stel je maar eens een (wild) dier voor. Dat dier leeft zoals past bij de plek, bij de soort, bij zijn eigen energie. Verbonden met de plek waar het leeft. Wij ménsen kunnen experimenteren, wij kunnen het avontuur aangaan door afwijkende keuzes te maken. Zo kunnen we díe individuele ervaringen op doen, die alleen wij afzonderlijk kunnen hebben.
Werken met totemdieren
is contact maken met het wezen van een dier, een totemdier, om daarvan te leren. Ik noem het een totemdier op het moment dat helder is welk spirituele pad je loopt, via een leraar. Het totemdier is een metgezel op je spirituele pad op aarde. Wat dat samenwerken met totemdieren inhoudt? Ik bestudeer eerst de aardse kenmerken. En kijk in hoeverre ik die herken, of juist niet. Zo heb ik in mijn spiraal een wolf, maar ook een hert. Je snapt dat dat een totaal andere kijk geeft op hoe je met je voeding omgaat. Of met gevaar. Leeft het dier sociaal, of solitair? Als het met soortgenoten leeft, is dat dan in samenwerkingsverband, of meer plaatsgebonden? Een kikker bemoeit zich, buiten de paartijd, niet met zijn soortgenoten, maar ze leven wel bij dezelfde vijver. Dat geeft bijvoorbeeld een heel ander perspectief op vriendschap dan hoe chimpansees met elkaar bezig zijn.
Daarnaast maak ik meteen contact met dat dier door m’n geest te openen, hem/voor me te zien en in de ontvang-stand te gaan. Meestal stel ik als eerste de vraag: wat kan ik van jou leren? Het verschilt per sjamaan hoe het antwoord komt. Ik hoor altijd meteen woorden. Gewoon zinnen die binnenvallen, zoals een idee binnenvalt, of een herinnering. Een belangrijk deel van onze opleiding was dat we leren vertrouwen op die invallen. En leren filteren wat echt is en wat wens. Voor mij is dat heel duidelijk. Wat echt is, is totaal onverwacht en tegelijkertijd logischer dan ik zelf kan bedenken.
Elk dier heb ik 'gekregen' in een bepaalde fase in de opleiding. Wij gebruiken hiervoor de
zeven chakra's
om ons (het) leven op die lagen te bestuderen. We begonnen onze reis in de tweejarige basisopleiding, in het eerste chakra. Elk chakra beleven we in de vier windrichtingen, naar het circulaire denken van de Indianen. In elke windrichting een ander dier. Alles wat leeft, beweegt in cirkels, in plaats van lineair. Er is altijd een begin, verdieping, wijsheidsfase en loslaten, om weer opnieuw verder te gaan in de volgende cirkel.
Een dier krijgen, hield in dat ik me, als het tijd was, afstemde en opende. Dan zie ik een beeld, een omgeving, een beweging. Daarna inmiddels meteen woorden, zinnen. Dat 'zien' en 'horen' van informatie van de ziel heb ik getraind. Steeds weer oefenen, openen in het nu, oordelen uitzetten, of langs laten waaien. En ontvangen maar. Het gaat steeds makkelijker, sneller en spreekt steeds meer vanzelf. Zoals met alles wat je oefent.
Ik heb achtentwintig totemdieren, vier in elk van de zeven chakra's. Ik heb er zestien jaar over gedaan om deze spiraal te lopen. Vanaf mijn negenentwintigste heb ik alles wat voor mij belangrijk was, wat mij in mijn leven opviel en wat me bezighield, gerelateerd aan een dier en diens wijsheid. Via die typerende dierenenergie ontving ik soms woorden en wijsheid die van verder kwam. Je merkt dat kanalen verbonden zijn met andere kanalen en dat er altijd bereidheid is om je te helpen. Of het nou ging om relatie-avonturen, mijn werk met alle studenten en collega's, vriendschappen, of de opvoeding van onze kinderen. Altijd was er, als ik me openstelde en erom vroeg, een antwoord, of inzicht dat me ondersteunde en sterkte. Een totemdier dat me hielp steeds vrijer en verantwoordelijker te worden, lichter en duidelijker in wie ik ben. Terwijl het me tegelijkertijd meer begrip en openheid gaf naar andere mensen met een totaal andere manier van leven. Want een hert is nooit beter dan een mier. Die heeft gewoon een andere werkelijkheid.
Mijn leraar heeft dit specifieke leertraject vormgeven. Vanuit haar weten over werkelijkheden creëerde ze een leerschool voor de ziel op aarde. Het is een zichzelf creërende school is geworden. Omdat wij als leerlingen onze eigen specifieke vorm ontdekken en ontwikkelen. En daarmee wat we door elkaar te leren hebben. Cool experiment, toch?
Leringen totemdieren in de tweede ronde
De komende tijd loop ik voor de tweede keer de chakraspiraal. Jaren nadat ik begon, ga ik opnieuw ervaren wat ik geleerd heb. Terwijl ik me tegelijkertijd heb ontwikkeld. Vanuit volwassenheid (in Innerlijk Sjamanentaal). Ik ben vreselijk nieuwsgierig.
Chakra rood: de basis van het leven op aarde, je lichaam, je huis, je werk, je veiligheid.
Zuiden:
verkenning van een nieuwe situatie, onschuld, uitproberen
Chimpansee
Het werk dat je uitvoert in jouw rol, is je verbinding. Je merkt alle sociale onrust op (ook in jezelf), maar handelt er alleen naar als dat van belang is voor jouw voeding, of de voeding voor de groep. Pak iets alleen op als het boeit.
- Zie de neutraliteit van het sociale spel en weet dat je je dus nooit zorgen hoeft te maken. De natuur is neutraal, zij handelt met en reageert op de omgeving. Dat is wat het is, niet beter of minder dan een andere vorm. Jij bent trouw aan je hart en ziel.
Westen:
naar binnen keren en innerlijke doelen stellen
Edelhert
Als ik sta, dan sta ik. Als ik loop, dan is dat nodig. Voor voeding, of om te vluchten. Er zijn twee kanten tegelijkertijd.
Vrouw: Ik bén respect. Liefde, respect en zorgzaamheid. Mijn zorgzaamheid is grenzeloos. Ik wijd mij toe, ongeacht mijzelf.
Man: Ik laat mijn kracht zien. Duidelijk in waar ik sta. Mijn kracht kan dodelijk zijn, ook voor mezelf. Die gebruik ik alleen als het echt voor de toekomst nodig is.
- Als er praktisch niks aan de hand is, laat dan je zorgen voor wat ze zijn. Focus op het nu. Doe wat gedaan moet worden, of dat wat je echt wilt, omdat het je voedt. Geniet van de zon, er is voedsel, heel de dag door. Kies steeds een plek waar je je comfortabel voelt, veilig. Vluchten is ok. Geef de ander ruimte. Afstand is veiligheid.
Noorden:
wijsheid en overzicht, dankbaar voor het leven met deze lessen
Bultrug
De diepte is mijn thuis. Ik kom aan de oppervlakte voor lucht. Ik reis veelal alleen. Ik ben niet bezig met waar naartoe, ik weet gewoon dat ik reis. Dat ik verbonden ben, is voor mij vanzelfsprekend. We zoeken geen bondgenootschap met andere soorten. We hebben onze onzichtbare verbinding met elkaar, over enorme afstanden. We kunnen elkaar om hulp vragen, maar in de basis doen we het zelf.
- Besef dat je zwaarte de stroom op gang brengt. Ik wil dat je alles ontvangt, niks meer afwijst. Ik wil dat je met elke waterdruppel om je heen voelt dat niks je kan weerhouden. Dat je net zo groot bent als Ik.
Oosten: loslaten wat niet meer nodig is, vertrouwen dat wat geleerd is, blijft en komt waar nodig
Zeehond
Ik ben op mijn plek. Speels en tevreden geef ik mij over aan dat wat voor mij ligt, daar waar ik ben. Ik vind comfort in het moment en ik ben in m’n element in de diepte. M’n hart is open voor iedereen. Mijn ogen zijn een spiegel voor wie wil zijn. Ik houd precies zo veel afstand, als gezond is voor ons allemaal.
- Waggel jezelf het gemak in. Laat je emoties oplossen in de enorme ruimte van het zand en de zee. Geef zo jezelf en de ander ruimte.